De relatie tussen redeneren en prestaties in grote taalmodel- len -- o3 (mini) denkt harder, niet langer
The Relationship Between Reasoning and Performance in Large Language Models -- o3 (mini) Thinks Harder, Not Longer
February 21, 2025
Auteurs: Marthe Ballon, Andres Algaba, Vincent Ginis
cs.AI
Samenvatting
Grote taalmodellen hebben opmerkelijke vooruitgang geboekt in wiskundig redeneren, waarbij gebruik wordt gemaakt van keten-van-gedachten en schaling van rekentijd tijdens testen. Er blijven echter veel open vragen over de wisselwerking tussen het gebruik van redeneertokens en nauwkeurigheidswinst. Met name bij het vergelijken van modellen over verschillende generaties is het onduidelijk of verbeterde prestaties het gevolg zijn van langere redeneerketens of efficiënter redeneren. We analyseren systematisch de lengte van de keten-van-gedachten bij o1-mini en o3-mini varianten op de Omni-MATH-benchmark, en constateren dat o3-mini (m) superieure nauwkeurigheid bereikt zonder langere redeneerketens te vereisen dan o1-mini. Bovendien tonen we aan dat de nauwkeurigheid over het algemeen afneemt naarmate redeneerketens langer worden bij alle modellen en rekensettings, zelfs wanneer rekening wordt gehouden met de moeilijkheidsgraad van de vragen. Deze nauwkeurigheidsdaling is aanzienlijk kleiner bij meer bekwame modellen, wat suggereert dat nieuwe generaties redeneermodellen rekentijd tijdens testen effectiever benutten. Ten slotte benadrukken we dat hoewel o3-mini (h) een marginale nauwkeurigheidswinst behaalt ten opzichte van o3-mini (m), dit gebeurt door aanzienlijk meer redeneertokens toe te wijzen aan alle problemen, zelfs degenen die o3-mini (m) al kan oplossen. Deze bevindingen bieden nieuwe inzichten in de relatie tussen modelcapaciteit en redeneerlengte, met implicaties voor efficiëntie, schaling en evaluatiemethodologieën.
English
Large language models have demonstrated remarkable progress in mathematical
reasoning, leveraging chain-of-thought and test-time compute scaling. However,
many open questions remain regarding the interplay between reasoning token
usage and accuracy gains. In particular, when comparing models across
generations, it is unclear whether improved performance results from longer
reasoning chains or more efficient reasoning. We systematically analyze
chain-of-thought length across o1-mini and o3-mini variants on the Omni-MATH
benchmark, finding that o3-mini (m) achieves superior accuracy without
requiring longer reasoning chains than o1-mini. Moreover, we show that accuracy
generally declines as reasoning chains grow across all models and compute
settings, even when controlling for difficulty of the questions. This accuracy
drop is significantly smaller in more proficient models, suggesting that new
generations of reasoning models use test-time compute more effectively.
Finally, we highlight that while o3-mini (h) achieves a marginal accuracy gain
over o3-mini (m), it does so by allocating substantially more reasoning tokens
across all problems, even the ones that o3-mini (m) can already solve. These
findings provide new insights into the relationship between model capability
and reasoning length, with implications for efficiency, scaling, and evaluation
methodologies.Summary
AI-Generated Summary