Leegte in Taalmodellen
Void in Language Models
May 20, 2025
Auteurs: Mani Shemiranifar
cs.AI
Samenvatting
Ondanks vooruitgang in transformer-gebaseerde taalmodelen (LMs), blijft een fundamentele vraag grotendeels onbeantwoord: Worden alle lagen geactiveerd tijdens inferentie? Wij onderzoeken deze vraag door niet-geactiveerde lagen (die we Voids noemen) te detecteren met behulp van een niet-trainbare en parameter-vrije adaptieve rekenmethode genaamd L2 Adaptive Computation (LAC). We passen LAC aan van zijn oorspronkelijke efficiëntiegerichte toepassing om geactiveerde lagen tijdens inferentie te traceren. Deze methode monitort veranderingen in de L2-norm van activeringen om voids te identificeren. We analyseren laagactivatie in instructie-afgestemde LMs in twee fasen: Promptverwerking (PP), waarbij we geactiveerde lagen traceren voor elk token in de invoerprompts, en Responsgeneratie (RG), waarbij we geactiveerde lagen traceren voor elk gegenereerd token. We tonen verder aan dat verschillende lagen worden geactiveerd tijdens deze twee fasen. Om de effectiviteit van onze methode aan te tonen, evalueerden we drie verschillende instructie-afgestemde LMs uit de Llama-, Mistral- en Qwen-families op drie benchmarks: MMLU, GPQA Diamond en BoolQ. Bijvoorbeeld, op MMLU met een zero-shot instelling resulteerde het overslaan van voids in Qwen2.5-7B-Instruct in een verbetering van 69.24 naar 71.29 terwijl het model slechts 30% van de lagen gebruikt. Evenzo verbeterde Mistral-7B-Instruct-v0.3 op GPQA Diamond van 13.88 naar 18.36 bij gebruik van 70% van de lagen tijdens zowel de PP- als RG-fasen. Deze resultaten tonen aan dat niet alle lagen evenveel bijdragen tijdens inferentie, en dat het selectief overslaan van de meeste ervan de prestaties van modellen op bepaalde taken kan verbeteren.
English
Despite advances in transformer-based language models (LMs), a fundamental
question remains largely unanswered: Are all layers activated during inference?
We investigate this question by detecting unactivated layers (which we refer to
as Voids) using a non-trainable and parameter-free adaptive computation method
called L2 Adaptive Computation (LAC). We adapt LAC from its original
efficiency-focused application to trace activated layers during inference. This
method monitors changes in the L2-norm of activations to identify voids. We
analyze layer activation in instruction-tuned LMs across two phases: Prompt
Processing (PP), where we trace activated layers for each token in the input
prompts, and Response Generation (RG), where we trace activated layers for each
generated token. We further demonstrate that distinct layers are activated
during these two phases. To show the effectiveness of our method, we evaluated
three distinct instruction-tuned LMs from the Llama, Mistral, and Qwen families
on three benchmarks: MMLU, GPQA Diamond, and BoolQ. For example, on MMLU with a
zero-shot setting, skipping voids in Qwen2.5-7B-Instruct resulted in an
improvement from 69.24 to 71.29 while the model uses only 30% of the layers.
Similarly, Mistral-7B-Instruct-v0.3 on GPQA Diamond improved from 13.88 to
18.36 when using 70% of the layers during both the PP and RG phases. These
results show that not all layers contribute equally during inference, and that
selectively skipping most of them can improve the performance of models on
certain tasks.Summary
AI-Generated Summary